Virus:
- Een eenvoudige ‘buikgriep’ veroorzaakt door een Rota- of Coronavirus kan bij alle katten voorkomen, hoewel jonge katten er gevoeliger voor zullen zijn omdat hun weerstand nog minder goed ontwikkeld is.
- Kattenziekte (= panleucopenie, een Parvovirus) veroorzaakt zeer ernstige, snel verlopende diarree. Tegen deze dodelijke ziekte wordt uw kat gevaccineerd en gelukkig komt het daardoor nog maar weinig voor in Nederland.
Dieet invloeden:
- De kat verdraagt bepaalde voeding niet. Dit wordt ook wel voedselintollerantie genoemd.
- Uw bent gewisseld van voer en het darmstelsel van de kat moet hier nog aan wennen. Daardoor verloopt de vertering niet optimaal en kan diarree ontstaan. Met name bij kittens kan dit het geval zijn.
- Uw kat heeft iets gegeten dat rauw of bedorven was en daardoor is het milieu in de darmen verstoord. Bacteriën die hier vaak bij betrokken zijn: Salmonella en Campylobacter. Dit kan uw kat bijvoorbeeld oplopen door het eten van rauwe kip.
Parasieten:
- Bij de kat komen regelmatig spoelwormen, haakwormen of lintwormen voor. Zeker als het dier buiten komt en prooien vangt. Het is dus van belang uw dier regelmatig te ontwormen om diarreeklachten hierdoor te voorkomen.
- Giardia, een eencellig organisme (protozoa) wordt ook regelmatig gezien als verwekker bij diarree.
Ontsteking:
- Bij volwassen en oudere katten zien we soms problemen met het afweersysteem in de darmen. Hierdoor ontstaat dan een chronische ontsteking, die ook wel Inflammatory Bowel Disease (IBD) genoemd wordt.
Tumoren:
- Bij oude katten komen regelmatig tumoren van de darmwand voor. Vooral maligne lymfoom wordt vrij regelmatig gezien.
Aandoening van ander orgaan:
- Een te snel werkende schildklier kan ook diarree veroorzaken. Dit is een aandoening die alleen bij oudere katten voorkomt en regelmatig wordt gezien.
- Aantasting van de alvleesklier, waardoor er een tekort aan verteringsenzymen ontstaat (Exocriende Pancreas Insufficiente = EPI). Deze aandoening is zeldzamer bij katten.
Zodra de oorzaak van de diaree is gevonden kan een passende behandeling ingezet worden. Dit kan medicatie zijn of speciaal voer of een combinatie hiervan.